Fuck you-mentaliteit

In de Volkskrant van afgelopen 16 december stond een zinderend interview van Herien Wensink met toneelregisseur Daria Bukvic, die daarin onder meer zegt dat ze schijt heeft aan ‘hoe het heurt’.

‘De oudere, mannelijke, generatie in de theatersector schrikt soms van die fuck you-mentaliteit’, vertelt Bukvic. ‘Ik heb een keer mooi opgetut op de cover van een blad gestaan – haar, make-up, alles – en toen werd ik gebeld door een grootheid van het Nederlands toneel – nee, ik ga zijn naam niet noemen – die zei dat dat ‘afbreuk deed aan wat ik te zeggen heb’. Ongevraagd advies!’

Ai. Zijn we zo braaf geworden in de theatersector? Ik vrees van wel. Hoe dat komt? Angst? Conformisme? Toch gek. Want angst en conformisme hebben ons nog nooit verder geholpen. Het was daarom waarschijnlijk niet voor niets dat Lot Vekemans de theaterwereld opriep tot het tonen van ‘grote moed’.

Volle hevigheid

In hetzelfde interview zegt Daria Bukvic: ‘Theater maken dwingt mij me te verdiepen in de verschillende kanten van een conflict, ik word er een verdraagzamer mens van. Kijk, ik wil aandacht vragen voor raciale thema’s, dat onderwerp dient zich momenteel nu eenmaal in volle hevigheid aan. Maar onder dat engagement ligt een wens: is er een wereld denkbaar waarin we oprecht empathie tonen voor elkaar?’

Ik vind dat een uiterst inspirerende en belangrijke vraag. Als er al zo’n wereld denkbaar is, dan kan de theatergemeenschap op zijn minst proberen om daar hiernu aan bij te dragen. Niet alleen door relevante thema’s aan te snijden, maar vooral ook door zelf ogenblikkelijk het goede voorbeeld te geven als het gaat om bijvoorbeeld verdraagzaamheid, inclusie en duurzaamheid.

Dit is het moment voor idealistisch en vooral handelend leiderschap. Steeds meer raak ik er van overtuigd dat inmiddels luid weerklinkende alarmbellen niet langer genegeerd kunnen worden, daarin nog gesterkt door het overtuigende pleidooi van Naomi Klein in haar recent verschenen boek ‘Nee is niet genoeg’. Wat niet wil zeggen dat je per se op de troepen vooruit hoeft te lopen met visionaire ideeën: het faciliteren van het gesprek tussen mensen, het stimuleren van dialoog is op zich al leiderschap genoeg.

Want in het Europese theaterveld, zoals op de afgelopen IETM in Brussel, tref ik steeds meer gelijkgestemden die de prangende behoefte voelen om met elkaar in gesprek te gaan over urgente onderwerpen. Die het gevoel hebben dat we gezamenlijk daadwerkelijk iets moeten ondernemen tegen sociale misstanden.

Ik geloof in toenemende mate in de creatieve kracht van communities. Burgers die zich rond thema’s organiseren binnen alternatieve niet-hiërarchische, meerstemmige netwerken, als een nieuwe, constructieve vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid. De theatergemeenschap benut haar vele mogelijkheden als solidaire community wat dat betreft beslist nog onvoldoende. We kunnen elkaar zoveel meer op weg helpen en onderweg ondersteunen dan we nu doen en een wezenlijke voortrekkersrol vervullen op significante gebieden, als we maar echt willen.

Het voeren van goede gesprekken gevolgd door concrete actie is daarom mijn allerbelangrijkste voornemen voor 2018. Samen met wat meer idealisme en inderdaad… een ietsepietsje meer fuck you-mentaliteit alsjeblieft.

daria