Kraak je eigen kunstgebouw

Internationaal Theater Amsterdam is op zoek naar 30.000 euro om een nieuw, kleinschalig podium te starten in de voormalige inpandige Bookshop. ‘Het intieme podium is speciaal bedoeld voor experiment en verdieping, en zal onder meer ruimte bieden aan kleinschalige optredens, tentoonstellingen, boekbesprekingen, debatten en talks’, aldus Theaterkrant.

Topidee van de onvolprezen theaterprogrammeur Richard Kofi, want de monumentale schouwburg aan het Leidseplein is een uitdagend gebouw.

Sowieso een goed idee om in iedere schouwburg en theater zo’n plek in te richten. In de Verkadefabriek hebben we inmiddels twee ruimtes waar makers (openbaar) artistiek onderzoek kunnen doen. Zo maken we het publiek deelgenoot van het proces, in plaats van alleen het eindproduct te tonen.

Wat mij betreft mag het allemaal nog wel wat verder gaan. Als het financieel enigszins mogelijk is, is het voor de levendigheid en artistieke sfeer in culturele gebouwen zowel slim als attent om onbenutte ruimtes stellen gratis ter beschikking te stellen aan kunstenaars, wat hen kosten voor huur van studio’s en repetitieruimtes bespaart.

Inhoud

Het is raadzaam om onze cultuurgebouwen regelmatig te evalueren om te zien of ze nog voldoen aan deze eisen van nu en het gebruik ervan te heroverwegen. Kunst is dynamisch en dat vraagt voortdurende afstemming met de tijdgeest. Dat geldt evenzogoed voor de inhoud.

Zo gun ik mijn al collega’s aan Artist-in-Residence die meedenkt over het beleid, als een eerste stap om het vrije artistiek denken weer leidend te maken in de kunstgebouwen, anders dan het rendementsdenken dat onder politieke en economische druk helaas zo vaak de norm lijkt te zijn geworden.

Waarom niet als uitgangspunt nemen dat voortaan tenminste 30 of 40 % van het kunstaanbod in theaters, musea en concertzalen uit vernieuwend, jong en experimenteel aanbod bestaat?

Dialoog

En nu we toch bezig zijn: bevorder dan meteen de dialoog met het publiek. Ik ben er voorstander van dat (artistiek) leiders van gesubsidieerde instellingen tenminste eens per jaar publiekelijk het gesprek aangaan met hun bezoekers om hun beleid te verantwoorden. Theaters en andere kunstgebouwen zijn wat mij betreft zo transparant mogelijk in hun beleid en in hun keuzes.

Kofi neemt zich voor om ‘de dialoog aan te gaan met het publiek en met onze stad’. Dialoog is wat mij betreft het leidende principe van nieuwe kunstorganisaties. Met de omgeving, de collega’s, de makers, de politiek, bedrijfsleven en met maatschappelijke organisaties. Ik geloof in het verbindende idee van het kampvuur en de wijsheid van het collectief.

Ik droom van onconventionele kunstgebouwen die de werking hebben van een festival. Die zeven dagen per week open en uitnodigend zijn. Die een inspirerende omgeving bieden met voldoende licht, ruimte, frisse lucht en gezond eten. Optimaal toegankelijk voor mensen met een beperking. Standaard boventiteling bij voorstellingen. De zwarte doos omgebouwd tot semi-openluchttheater, met flexibele opstellingen en inschuifbaar dak…

Makkelijk gezegd

Natuurlijk is het allemaal veel makkelijker gezegd dan gedaan. Voor de meeste culturele instellingen is vrijwel het meeste van al het bovenstaande onbetaalbaar. Als zelfs een relatief vermogende instelling als ITA 30.000 euro tekort komt, dan weet je het wel.

Toch zijn gedachtenoefeningen meestal nuttig, al komt er maar een enkele verbetering uit voort. Bovendien kost niet alles geld. Met studenten oefen ik graag de Nightmare Competitor; stel we hebben een project en er komt een concurrent die het veel beter doet dan jij… Wat gaat deze dan doen?

Zo is het een aardige gedachteoefening om het eigen theater in onze verbeelding te kraken en helemaal opnieuw te beginnen. Ik zou nooit meer een corona-crisis willen meemaken, maar de speelsheid en het enthousiasme waarmee er destijds door instellingsdirecteuren kon worden geïmproviseerd, dat gun ik iedereen, altijd.

AI gegeneerde afbeelding