Sinds 10 maart 2024 ben ik gecertificeerd Teacher Lu Jong 1 in de overdrachtslijn van Tulku Lobsang Rinpoche. Een opleiding die ik ver buiten mijn comfortzone heb volbracht, maar die ik steeds meer ben gaan waarderen.
Mijn eigen ervaringen met Lu Jong zijn vermoed ik, interessant voor andere mensen met een aversie tegen bewegen. Ik heb een redelijke haat – liefde verhouding met Lu Jong. Ik heb er een lichte hekel aan omdat het mij confronteert met alle stramme knopen in mijn lijf, de pijntjes, het feit dat ik regelmatig slecht voor mezelf zorg, de stress die zich vast heeft gezet in mijn spieren, het feit dat mijn lichaam ouder wordt. Het doen van de oefeningen voelt regelmatig fysiek onprettig. Net zoals mediteren in het begin mentaal onprettig voelt omdat je je pijnlijk bewust wordt van het eindeloze tumult in je geest.
Down-to-earth
Waarom ik Lu Jong ondanks dat toch van grote waarde vind is het resultaat van de beoefening. Nadien voel ik me altijd stukken beter. Ik ben mentaal helderder, heb meer energie, zit beter in mijn vel en mijn lijf voelt soepeler aan. Blokkades lijken opgeheven en de doorstroming van de energie verbetert. En dat zonder al te veel inspanning: Lu Jong kan pittig zijn maar is nooit uitputtend en vergt nauwelijks krachtsinspanning. Sterker nog: de oefeningen met ontspanning doen is een voorwaarde en draagt bij aan een nog beter resultaat. Bovendien is Lu Jong geschikt voor ieder lichaam en vergt het geen grote lenigheid.
Ik denk dat mijn down-to-earth benadering, mijn speelse lichtheid en het delen van mijn eigen leerweg met alle ups en downs mijn sterke punten zijn.
Daarnaast verdiep ik mij graag in de achtergrond van het Boeddhisme en het Taoïsme. Daarmee hoop ik in gesprekken tijdens of na de lessen van enige toegevoegde waarde voor de deelnemers te kunnen zijn en weg te blijven bij het oppervlakkige, al heb ik niet de pretentie Boeddhist te zijn. Of zoals de Dalai Lama ooit in Ahoy Rotterdam zei: “Jullie zijn geen Boeddhisten maar je kunt met bepaalde elementen uit de Leer wel je voordeel doen”.
Jeffrey Meulman 