Speech bij de opening van het Amsterdam Fringe Festival 2016
De ochtend dat de adviezen van het Fonds Podiumkunsten bekend werden gemaakt had ik opeens tien volgers op twitter minder. Een genadeloze afstraffing van mijn falen. Het woord ‘loservlucht’ bestond toen nog niet, maar anders had ik er zeker op gezeten. En ons hele team er bij, inmiddels toch goed voor een vijfde deel van een Boeing 737.
‘Ons’ Nederlands Theater Festival was immers samen het haar roemruchte Fringe, het enige echte Amsterdam Fringe Festival waar je nu aanwezig bent ‘onder de zaaglijn’ beland, ondanks de lovende woorden en de klinkende resultaten van de afgelopen jaren.
Als positief geadviseerde zonder geld voel je je als Epke Zonderland: je levert jarenlang goede prestaties en desondanks val je. Onverwacht ben je opeens een verliezer. Iemand reageerde op twitter met een meelevend: ‘Hard voor je. Sterkte ermee!’.
Die moest ik even op me laten inwerken. ‘Hard voor je’. Dat is iets wat mijn kinderen tegen elkaar zeggen in een slechte bui. Toen de verdoving was uitgewerkt dacht ik: ‘Wacht eens even… Hard voor je? Als je dat zegt dan heb je iets toch echt niet goed begrepen. Dit gaat namelijk niet over mij. Dit gaat niet over ons team. Dit gaat zelfs niet over het Amsterdam Fringe Festival. Dit gaat over iets veel groters’.
Dit probleem, is ONS probleem. Een maatschappelijk probleem. Dit is hard voor ons allemaal. Hoe komt het toch dat wij zo liefdeloos zijn geworden en ons geloof in een betere wereld hebben verloren? Hard voor je…. Waar hebben wij ooit de verkeerde afslag genomen en zijn we afgestapt van de overtuiging dat een mens, ieder mens, gebaat is bij het beste onderwijs, sport, gezond leven en kunst? Let op punt zeven van het partijprogramma van Geert Wilders, in de peilingen nota bene de grootste partij van Nederland: ‘Geen geld meer naar ontwikkelingshulp, windmolens, kunst, innovatie, omroep enz.’. Enzovoort! Was het niet het gedoogkabinet met steun van de PVV dat 300 miljoen op de kunst bezuinigde? Hoe groot is de kans dat het boze PVV legioen straks weer haar invloed op de regeringspartijen laat gelden? Die kans is reëel.
Duistere tijden wachten Middle Earth, als we niet oppassen.
Kunst is juist nu, in dit tijdperk van blikvernauwing, meer noodzakelijk dan ooit. Braafheid en angst regeren, maar ongehoorzaamheid en moed zijn nodig.
Vrijheid van expressie, al dan niet in boerkini, is een fundamenteel recht van de mens, maar komt steeds meer in het gedrang. In Egypte belanden kunstenaars en theatermakers in de gevangenis, getuige de State of the Youth, van theatermaakster Aurelie di Marino vorige week donderdag in Antwerpen.
Het theater dat zich uitspreekt kan en moet een voorbeeld en inspiratie zijn.
Vorige week zag ik in Edinburgh, op de moeder van alle Fringe festivals, een aantal voorstellingen van opkomende toneelschrijvers die actuele onderwerpen bij de kop nemen en die het publiek direct aanspreken. Dat werkt. De herkenning is groot, net als de behoefte aan reflectie op wat er om ons heen aan de hand is. Daar heeft theater een wezenlijke functie. De zalen stromen vol, het publiek reageert soms luidkeels. Het theater becommentarieert politici, het asielbeleid, terreur, ongelijkheid, het gebrek aan diversiteit, angst voor de ander, behoefte aan empathie. Regelmatig, zeker in Schotland, gaat het over lokale kwesties. Daar liggen kansen voor het Vlaamse en Nederlandse theater. Voor al het theater.
Mijn overtuiging is dat er ruimte is voor veel meer stadsgezelschappen. Iedere stad zou een gezelschap moeten hebben, zeg ik, dat ons samen brengt in het theater. Jong, oud, van welke komaf ook. De nood aan radicale verbinding waar Wouter Hillaert bij de opening van het Vlaamse Theaterfestival over sprak is universeel en groter dan ooit.
De wereldbol is klein en dat komt met grote verantwoordelijkheden. Denk aan de laatste woorden van astronaut Wubbo Ockels. “We moeten zuinig zijn op onze planeet”. En dat betekent dat we ook zuinig moeten zijn op haar mensheid. Schouder aan schouder moeten we staan. Het theater kan daarin zoals gezegd een prominente, verbindende, louterende rol spelen.
Ondertussen roept de dagelijkse praktijk van de subsidiesystematiek vooral platte vragen op. Hoe kan het nou dat het gat tussen rijke en arme instellingen groeit, terwijl we weten dat dit geen heil brengt? Hoe kan het dat we afstormen op een Amerikaans systeem dat aantoonbaar niet werkt? Hoe kan het dat iedereen het belang van festivals ziet en dat er maar geld is voor twaalf van de vierenvijftig aanvragers?
Hoe kan het dat festival Incubate afgelopen voorjaar bijna in de basisinfrastructuur zat en nu geen geld meer krijgt? Hoe kan Over het IJ in eigen stad lovend wordt ontvangen en landelijk wordt afgewezen? Hoe kan het dat het Nederlands Theater Festival en de Amsterdam Fringe in 2014 en 2015 haar beste jaren ooit draaiden en toch buiten de boot vallen? Hoe kan het dat we de mond vol hebben van talentontwikkeling en kansen voor nieuwe makers maar dat bijvoorbeeld ITS, Eurosonic, Cement, Incubate, Jonge Harten, Over het IJ en de Fringe geen geld meer krijgen?
Hoe kun je de Fringe afrekenen op de open inschrijving als de ‘open call’ juist het basisprincipe van de internationale fringe festivals is? Ruimte voor nieuwe ideeën, kansen bieden, experiment aanjagen, internationaal uitwisselen: we vinden het allemaal een goed idee maar echt onze nek uitsteken en risico nemen vinden we maar wat moeilijk. En dat terwijl de Amsterdam Fringe haar internationale reputatie dankt aan haar ‘edgy’ en gedurfde karakter. Durf verkoopt. Bijna beter nog dan seks.
Het systeem rammelt. En op dit moment is dat niemands schuld. In dit systeem is namelijk niemand verantwoordelijk. De commissie niet. Het Fonds Podiumkunsten niet. De Minister niet en de regering niet. De een geeft de schuld aan het puntensysteem, de ander aan de economie. Maar is het echt een kwestie van geld of is het vooral een kwestie van onwil?
Je zou wensen dat er een politicus opstond die radicaal idealistisch en visionair durft te zijn. Een groot leider die van onze kinderen mooie, geëmancipeerde, mondige en vrije wereldburgers maakt. Maar die politicus gaat er niet komen. Daarom moeten we niet wachten tot het beleid voor ons gemaakt wordt, maar zelf het beleid maken en het heft in eigen hand nemen. Binnen festival Nieuwe Grond zullen we daar een aanzet toe doen. Maar er volgt meer, want:
Het oude huis staat op instorten. Het is tijd om een nieuw huis te bouwen. Wij zullen dat samen moeten doen. Jij zult dat moeten doen.
Dat is hard voor je, ik weet het. Ik zou haast zeggen: sterkte ermee! Maar… ik ben hier om je te helpen. En hopelijk ben jij er ook voor mij.
Een geweldig Fringe festival toegewenst!