Risico nemen

De laatste tijd heb ik weer enorm zitten genieten in het theater. Ik zie producties in volle, opgewonden zalen, groot en klein, die me vaak nog dagenlang bezig blijven houden. Ik ga niet roepen wie of wat, dat moet de Nederlandse Toneeljury vooral doen, maar ik kan niet anders zeggen dan dat het toneel wat mij betreft in grootse vorm verkeert. Zo ben ik echt onder de indruk van ‘onze’ vaderlandse acteurs. Je ziet die meesterlijke kwaliteit ook op televisie. Klem, De Maatschap, Menten… wat wil een mens nog meer?

Het is jammer dat het genieten van die kwaliteit niet voor veel meer mensen binnen bereik is. Tournees zijn kort en toneel is steeds minder op de podia buiten de grote steden te zien. Dat heeft alles te maken met de beperkte mogelijkheden van de theatersector om nog enig financieel risico te nemen. Ofwel we durven niet, ofwel we kunnen ons domweg geen risico veroorloven. Daardoor wordt er steeds veiliger geprogrammeerd en raakt het publiek het zogenaamde ‘risicovolle’ aanbod ontwend.

Ik denk dat het de moeite waard is om opnieuw met elkaar in gesprek te gaan over alternatieve financieringsvormen, waar onder zogenaamde ‘risicofondsen’ of ‘garantiefondsen’ die het theaterveld net dat steuntje in de rug geven om wel het avontuur aan te gaan. Vanzelfsprekend vloeit een percentage van de eventuele winst terug naar zo’n fonds.

Sommige producties met veel verdiencapaciteit maken dat soort afspraken al met een particulier fonds hier en daar, maar ik kan me voorstellen dat we het idee ook op ministerieel, regionaal en gemeentelijk niveau uitwerken voor kleinere producties in minder grote zalen. Bovendien gaat het wat mij betreft dan niet om een buffer onder de financiering aan de aanbodszijde, zoals het Nationaal Theater Fonds, maar om het beperken van het risico aan de afnamekant, zodat er meer geboekt wordt.

De angst voor het nemen van risico’s ligt momenteel als een rots in de rivier. Neem deze weg en het water gaat weer stromen.

maatschap