Soms kom ik in mijn archief brieven tegen waarvan ik de echte waarde pas jaren later begrijp. Zo vond ik vanmorgen een brief terug van de Nederlandse filosoof en hoogleraar Lolle Nauta, geboren in 1929 te Sneek, overleden in Groningen op 11 september 2006. Hij schreef mij in 1986 een kort, getypt briefje naar aanleiding van mijn optreden als puberende punkdichter met begeleiding van een stuiterende band.
‘Jullie optreden was voor mij het hoogtepunt en dat wil ik je schrijven’, zegt Nauta in de brief, ‘omdat je tegen een muur van onbegrip praatte, schreeuwde. Veel mensen die permanent buigen en dus ook permanent onderdrukt worden (alias onderdrukken) en die dus met gemak de druk van je gedichten konden weerstaan’.
En dus?, vroeg ik mij dertig jaar geleden, ofschoon ik oprecht blij was met de brief, toch enigszins vertwijfeld af. Wat doe ik nu? Dichten doe ik inmiddels al lang niet meer. Maar gisteren las ik over het verschil tussen een rebel en een revolutionair. Een revolutionair strijdt tegen het oude en probeert het bestaande regime omver te werpen. Om vervolgens niet zelden zelf de onderdrukker te worden.
Een rebel verliest geen onnodige energie aan een zinloze strijd. Een rebel doet het gewoon anders.
Dat is wat Lolle Nauta mij destijds ook wilde vertellen, denk ik. Want luidruchtig protest is gemakkelijk te weerstaan, weet ik nu. Echte verandering komt uiteindelijk van mensen die zich niets van anderen aantrekken en blijmoedig hun eigen bevlogen gang gaan.