Uitzicht

In deze periode zitten we samen in het zelfde schuitje. De dagen verlopen langs hoop en vrees. Soms tref ik sombere en bezorgde collega’s op Zoom, het andere moment is er humor en gelatenheid. Thema’s die enkele weken geleden nog relevant leken (‘vliegschaamte’) lijken opeens van een andere wereld. Vandaag voorspellen deskundigen een duur van de pandemie van twee jaar. Morgen blijken mondkapjes misschien overbodig of juist heel erg noodzakelijk. We worden immuun of niet of maar een beetje. Niet is nog langer zeker.

De artikelen over bezinning zijn ontelbaar. Velen praten over de boodschap die de natuur ons geeft. Anderen fluisteren over geheime laboratoria in Wuhan waaruit het virus ontsnapt is. Ik krijg verzoeken om samen online te dichten, te borrelen, te mediteren, mantra’s te reciteren en zelfs te bidden.

Hoop en vrees houden ook de culturele professionals bezig. Enerzijds is er de hoop dat de waarde van kunst en cultuur na de crisis zal worden her gewaardeerd. Anderzijds is er de angst dat deze crisis nog veel dramatischer zal uitpakken dan de draconische bezuinigingen van Halbe Zijlstra van enkele jaren terug. Theaters, gezelschappen, producenten: ze vrezen voor hun voortbestaan. En terecht. In Australië heeft de politiek al laten weten dat theaters die nu omvallen, na de crisis niet meer zullen worden heropend. In Slovenië zijn culturele instellingen per direct gekort met 30 procent. Daar komen in Nederland dit jaar de besluiten over de meerjarige subsidies bij. Er is ruimschoots overvraagd: de teleurstelling voor velen zal groot zijn en, volgens het Fonds Podiumkunsten ‘zijn scherpe keuzes onvermijdelijk’.

Nuchterheid

Hoe dan verder na corona? Dat het virus ooit stopt weten we. Op een dag zal er een vaccin zijn. En een medicijn. Hoe de wereld er daarna voor staat weten we niet. Het gezonde verstand zegt dat de economie zich op termijn weer zal herstellen. Er zullen veranderingen zijn, natuurlijk, maar waarschijnlijk minder groot dan sommigen nu denken.

Onze nuchterheid vertelt ons dat de theaterzalen, concertzalen, stadions en festivalterreinen pas weer vol kunnen stromen zodra de medische wetenschap een oplossing voor deze pandemie heeft gevonden. Voor iedereen goed en wel is gevaccineerd zitten we al gauw in najaar 2021.

Dat gezonde verstand zegt verder dat, in lijn met de trend van de afgelopen decennia, er voor kunst en cultuur waarschijnlijk geen cent meer bij gaat komen. De wereld had en heeft andere zorgen. Tenzij zich een politiek en maatschappelijk wonder voltrekt zet de verarming van de toch al kwetsbare kunstensector, waar bijna 60 procent van de werkenden geen vast dienstverband heeft, zich na de crisis dientengevolge gewoon door.

Generositeit, verbinding en lobby

Zelfs wanneer de reeds flink gehavende culturele sector de periode tot een volledige herstart weet te overbruggen met een vurig bepleit noodfonds van honderden miljoenen, zal het aantal mensen met een beroep binnen de culturele sector dat in haar levensonderhoud moet voorzien met verschillende baantjes naast elkaar (of klussen, zoals wij zzp-ers zeggen) bij ongewijzigd beleid in het komende decennium zienderogen toenemen. De corona-crisis versnelt, niet veroorzaakt, op brute wijze de noodzaak tot een andere manier van werken.

Zo zal de werkpraktijk van de creatieve industrie zich meer en meer verbinden met maatschappelijke thema’s of zich bovendien beduidend vaker gaan afspelen buiten de bubbel van de eigen gelederen. Een hele generatie heeft die beweging inmiddels al gemaakt.

Tegelijkertijd wordt de druk op de gesubsidieerde instellingen om hun middelen en faciliteiten te delen groter, terwijl het zelfstandig verdienvermogen nog zwaarder telt. Handen en voeten kunnen geven aan een genereuze deeleconomie en doe-economie, aan nog meer creatief ondernemerschap, (iets waar de culturele sector van oudsher goed in is) wordt een bestaansvoorwaarde.

Daar gloort enigszins een sprankje hoop voor de langere termijn: inspelen op verandering is iets waar de culturele sector als het goed is als geen ander mee om weet te gaan. Haar doelmatige creativiteit kan op zichzelf een inspiratie zijn. We moeten onszelf als sector overstijgen tot er sprake is van een gezond zelfbewustzijn. Maar om eerlijk te zijn: dat moesten we toch al.

Dat creativiteit tijdens de corona-crisis van levensbelang is gebleken, geeft alle aanleiding voor een lobby voor ‘creatief burgerschap’, waarmee we zoveel meer dan alleen economische waarde creëren. Toekomstige uitdagingen waarvoor de mensheid zich na de corona-crisis gesteld ziet, roepen om verantwoordelijke, bewuste, creatieve, kritische en zelfredzame burgers die handelen uit onderlinge verbondenheid. Er is daarbij nood aan samenkomst, contact, inspiratie, hoop, humor, frisse perspectieven en oplossingsgericht, onorthodox denken.

Er ligt een taak die, wanneer alle leed is doorstaan, uiteindelijk toch weer uitzicht biedt op een ongewisse wereld met nieuwe mogelijkheden.

DD187654